B-17 Crazy Horse – Locatie Eikenlaan

Maandag 21 februari 1944 was de tweede dag van het grote ‘Big Week’ luchtoffensief van de Amerikaanse luchtmacht gericht op de Duitse vliegtuigindustrie. Tegen de negenhonderd B-17 en B-24 bommenwerpers vlogen in drie groepen over Nederland voor een massale aanval op Duitse vliegvelden en fabrieken in Braunschweig.

Eén van de bommenwerpers was de Boeing B-17 ‘Crazy Horse’. Dat was een zogenaamde Pathfinder van de 482de Bombardment group die radar aan boord had om de formatie naar het doel te leiden. De B-17 met registratienummer 42-30280 was vernoemd naar de Sioux-indiaan Chief Crazy Horse, die Lakota stam in 1875 de strijd aanbond tegen het Amerikaanse federale leger. Bij de slag om de Little Big Horn in 1876 werd hij gevangen genomen maar en kwam bij een schermutseling met een federale soldaat om het leven.

Het doel van de formatie van ‘Crazy Horse’ was het Luftwaffe vliegveld van Diepholz, dat flink werd geraakt die dag. De B-17 kwam niet ongeschonden terug. Twee motoren waren uitgevallen en de piloot Ralph Holcombe moest de formatie verlaten, hij kon de andere bommenwerpers niet meer bijhouden. Hij werd een ‘Straggler’ – een achterblijver – en kwam alleen vliegend bij boven de Veluwe terecht. Het liep tegen drie uur in de middag en de onfortuinlijke B-17 verloor snel hoogte. Engeland zouden ze niet meer kunnen halen realiseerde de navigator zich. Op 10.000 voet werd de beslissing genomen; ze moesten het vliegtuig verlaten. Hun basis Alconbury lag nog 400 kilometer verwijderd, te ver voor de sneldalende B-17: ze moesten eruit. Het was drie uur in de middag, ze vlogen boven Vierhouten en op 6000 voet sprongen de eerste van de dertien bemanningsleden eruit. Boven het sanatorium Sonnevanck bij Harderwijk sprongen de laatsten. Ze dreven richting de Eendenparkweg in Ermelo af. Holcombe, de piloot, sprong als laatste. De B-17 moet zich een paar kilometer ten oosten van Horst aan kust hebben bevinden. Op een hoogte van 1000-2000 voet – dat is circa 300-600 meter – sprong hij. Het liep niet goed af. Hij werd boven water gedreven en kwam niet ver van de plek waar de B-17 op het water te pletter sloeg terecht. Holcombe verdronk en zijn lichaam werd op 28 april 1944 rijvend in het water aangetroffen. De toen 42-jarige Tijmen de Graaf, visserman uit Spakenburg, bevond zich s ochtends met zijn botter BU18 op zo’n 7 á 8 kilometer uit de kust van Nijkerk toen hij een lichaam in het water ontwaarde. Hij zeilde erheen en maakte het lichaam met een touw vast onder de achterstuit aan het achterschip. Hij voer ermee terug naar de haven. Hij kwam daar omstreeks het middaguur aan en meldde zijn vondst direct bij de politie. Het lichaam van Holcombe werd vervolgens in een kist gelegd die, samen met de spullen die waren aangetroffen, aan Duitse militairen overgedragen. Zij namen de kist mee en leverden deze af bij de Algemene Begraafplaats Rusthof in Leusden alwaar Holcombe op 3 mei 1944 op rij 13, graf nr. 186 werd begraven. Op 11 maart 1946 werd Holcombe herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats bij Margraten. Zijn rustplaats werd Sectie AAA, Rij 18, grafnummer 266, tegenwoordig Sectie H, rij 6, grafnummer 4.

In 1968, toen het water was weggetrokken, lag het wrak van B-17 ‘Crazy Horse’ erbij zoals op de foto hierboven te zien. De machine was compleet gedesintegreerd. In 1970 werd het toestel door de Bergingsdienst van de Luchtmacht geborgen.

---

De bemanning van Boeing B-17GSH 42-30280 ‘Crazy Horse’: